Er zijn ontzettend veel geschriften waarin yoga en haar filosofie verder wordt uitgelegd. Zo leerde ik in de loop der jaren dat yoga een levensstijl is. En binnen die levensstijl zijn yamas en niyamas beschreven. Leefregels voor jezelf en leefregels om te hanteren in je omgang met anderen. Je zou die een beetje kunnen vergelijken met de tien geboden vanuit het Christendom.
In deze afbeelding laat ik je zien welke yamas en niyamas er zijn.
Yamas
De yamas kun je vertalen naar leefregels in omgang met anderen. Hoe sta je in het leven en hoe ga je om met anderen? Dat leggen de yamas je uit.
Ahimsa staat voor geweldloosheid. Dat zit hem in veel dingen. Geweldloosheid naar jezelf en naar anderen toe, zoals bijvoorbeeld aardig tegen jezelf zijn en aardig zijn voor anderen. Jezelf en anderen geen geweld aan doen. Bijvoorbeeld door ahimsa na te streven eten veel mensen die yoga beoefenen, maar ook veel hindoestaanse die volgens de yamas en niyamas leven, vegetarisch.
Satya staat voor waarheid. Dat is in een paar woorden uit te leggen. Bij satya draait het om de waarheid spreken, tegen anderen en tegen jezelf. Het staat ook wel voor eerlijk zijn.
Asteya betekent niet stelen. Letterlijk, niet stelen van anderen.
Brahmacharya is zelfbeheersing. Als je bijvoorbeeld iets heel graag wilt hebben, bedenk dan of je het echt wilt en nodig hebt. Soms als je even wacht met een aankoop, verdwijnt die “drang” tot hebben en kun je jezelf beheersen. Op die manier wordt zelfbeheersing hier bedoeld.
Apahigraha staat voor ‘niet zelfzuchtig zijn’. Het beste met anderen voor hebben, niet te veel aan jezelf denken.
Niyamas
De niyamas zijn de leefregels voor jezelf. Hoe zorg je goed voor jezelf?
Saucha betekent puur(heid). Goed voor jezelf zorgen, in de puurste vorm. Niet te veel opsmuk, je bent goed zoals je bent.
Samtosha is tevredenheid. Of ook wel vertaald als ‘dankbaarheid’. Tevreden zijn met wat je hebt en wat je doet. En daar tegelijkertijd ook dankbaar voor zijn.
Tapas is zelfdiscipline. Het lijkt misschien wat op de yama brahmacharya. Jezelf een bepaalde discipline opleggen, zoals bijvoorbeeld elke ochtend een paar minuten mediteren, of dagelijks een wandeling make, aan yoga doen, of hardlopen. Tapas staat voor datgene doen met een bepaalde toewijding waardoor het vanzelf een discipline wordt.
Svadyaya houdt in dat je jezelf met kennis verrijkt. Je leest boeken over onderwerpen die jou interesseren, die je meer kennis geven en je dus op die manier rijker maken.
Ishwarapranidan betekent overgave. Je overgeven aan het ‘hogere’, aan God of aan datgene wat (of wie) voor jou God is. Aan al wat is, je kan niet alles in de hand houden, maar als je je overgeeft aan datgene wat op jouw pad komt, aan wat het ‘hogere’ voor jou in petto heeft, dan ben je weer een stukje dichterbij tevredenheid (samtosha) of misschien zelfs wel bij verlichting.