Keuzestress?
“Laten we een vroege ochtendwandeling maken, fototoestellen mee, wandelschoenen aan en gaan. De stilte in de ochtend is altijd heerlijk buiten. O en dan na die wandeling kunnen we misschien even langs mijn zus.” “En dan vanmiddag naar de tuin, schoffelen en verder met het repareren van de deur”. “Ja en nog even naar twee winkels in de stad waarvan we weten dat die open zijn” “Het is prachtig weer, dus ik wil vanmiddag ook even een rondje op de racefiets, samen gaan?” “Nou nee, laten we dat niet doen, wielrenners houden zich al niet zo aan de regels wat betreft binnen blijven en 1,5 meter afstand. Nee, ga jij dan fietsen, ga ik wel rennen….”
Zomaar een gesprek op de vroege zondagochtend. Niet heel anders dan andere zondagen, want wij kunnen nog weleens 48 uur in één dag willen stoppen. Maar nu – in deze tijd van crisis – lijkt het wel alsof we die dingen die we nog wel mogen of kunnen, ook maar echt even moeten doen. Want ja, we willen ook geen uitgezakte puddingen worden. En vooral…iets nuttigs doen.
En zo blijkt, zelfs in een tijd van quarantaine kan er nog sprake zijn van keuzestress. Om uiteindelijk, in mijn geval, na vijf minuten hard te lopen, tot de conclusie te komen dat mijn lichaam zowel lichamelijk als geestelijk moe is. Wat zeg ik? Meer dan moe, ik kom amper vooruit. Dus loop ik terug naar huis…
Mentale moeheid
Gisterenavond zei ik het al tegen mijn man. Dat ik zo ontzettend moe ben. Ik voel mijn benen niet, mijn lijf kan niet meer. Waarop hij zei “dat is 100% mentale moeheid”. Dat kan best zo zijn, maar ik voel het in alle vezels van mijn lichaam.
Moe van het nieuws. Moe van alle berichten die ik van links en rechts te lezen krijg. Van grappen en serious business. Van sterfte- en ziektecijfers. Van oplossingen bedenken voor mijn werk. Van alles eigenlijk. En ik denk…met mij velen anderen.
Thuisblijven
Voor zo’n bezig bijtje als ik zou het toch eigenlijk een zegen moeten zijn als de overheid zegt dat je thuis MOET blijven. Verplicht thuis zijn. Verplicht niets doen. Ja thuiswerken, een boek lezen. Een klein ommetje maken. Moet ik dit niet zien als één van de vele retraites die ik heb gedaan? Waar ik de stilte en het niets-doen juist opzocht. Waar ik vluchtte uit de ratrace.
Mijn buurvrouw zei het gisteren zo mooi. Ze is 80 jaar en komt al niet zo vaak meer buiten. Maar de wetenschap dat je nu NIET MAG, dat maakt onrustig. Ze vergeleek het met toen ze de diagnose diabetes kreeg. “Ik at werkelijk nooit zoetigheid en net na die diagnose liep ik in de supermarkt en wilde ik taart, snoep, chips en chocolade.”
Zo is het. Je mag iets niet dus je wil het juist. Een kind zit niet anders in elkaar. Je mag niet van de paaseitjes snoepen, dus je doet het toch. Je mag niet op de nieuw geverfde muren kleuren, dus…je doet het toch (vast niet elk kind, maar de schatjes van mijn zus wel ;-)).
En wat ben ik dan eigenlijk blij dat mijn buurvrouw van 80, zoveel ouder dan ik. Hetzelfde onrustige gevoel heeft. Dat die ook denkt “ik wil wel even naar de winkels, of dit of dat”. Het is een zegen dat wij nog ons tuintje hebben, waar we tot nu toe gelukkig nog wel naartoe mogen.
Tuinieren
Dus, nadat ik vanochtend 5 minuten buiten liep, ben ik omgekeerd. Terug naar huis. Het ging hem toch niet worden vandaag. Omgekleed. Alle deuren en ramen thuis open. Lekker het huis luchten. Nieuws, negativiteit en gezeur er even uit laten waaien. Lekker een smoothie klaar maken en genieten van het zonnetje op mijn balkon.
Hè, wat lekker. Even niks. Straks nog even naar de tuin, schoffelen, omdat rommelen in die kleverige aarde zo heerlijk meditatief is. En ik verder toch niks hoef.